
Maatschappelijk verantwoord besturen
MVO is al een hele tijd in. Dat staat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Veel opdrachtgevers in de wereld van het maatschappelijk vastgoed (bestuurders) vinden het wel een prettig idee als de bedrijven die zij inschakelen ‘MVO doen’. Vaak is dat voor die bedrijven overigens niet méér dan een hygiënische factor: je kopieert de gedragscode van een collega, laat iedere medewerker daar zijn handtekening onder zetten, sluit je aan bij het platform MVO Nederland (kost niks), zorgt voor een inschrijving in het DuBo register (kost bijna niks), je adopteert een project in de derde wereld en klaar ben je.
Maar dan: die opdrachtgever. Hoe MVO is die? Iedereen in de wereld van de bouw weet dat tijd gelijk staat aan geld. Zo kost haast heel veel geld (een wet onder de projectontwikkelaars), maar zo kost uitstel vaak nog veel méér geld. Het is wonderlijk om te zien dat bestuurders van maatschappelijke organisaties, of dit nou zorginstellingen, onderwijsorganisaties of gemeenten zijn, met het grootste gemak besluitvorming vertragen binnen projecten (“omdat de kaders veranderen, of onzekerheid groeit omtrent financiering”) en daarbij zelden of nooit rekenschap afleggen over de kosten die dat met zich mee brengt. In mijn eigen dorp wordt al jaren gesteggeld over de komst van een nieuw gemeentehuis. Eerst moest het gerenoveerd worden (“want we hebben niet genoeg geld voor nieuwbouw”), daarna werd de markt bevraagd op voorstellen die aantoonden dat nieuwbouw óók mogelijk was. Uiteraard reageert die markt en plotseling liggen er drie serieuze voorstellen op tafel. Wat nu gedaan? Vervolgens wordt er een competitie gehouden. De voorstellen worden beoordeeld aan een aantal criteria. Het spreekt voor zich dat ik in mijn eigen dorp meedoe met deze competitie en wat gebeurt? We winnen!
Alleen kwam dat niet zo goed uit. De gemeente schoof ons plan terzijde gebruikmakend van een criterium dat niet in de lijst voorkwam en koos voor een ander. We zijn inmiddels 5 (!) jaar verder, vele tonnen (zo niet méér) aan adviseurshonoraria zijn er doorheen gegaan (zie mijn eerste column) en nu de bouw gestart wordt blijkt er ’toch een klein probleempje te zijn met budget in relatie tot kosten’. Ik heb het eens voor de lol uitgerekend. Ik schat dat er zo’n 3 miljoen verdampt is in de omgeving van dit project en dat zijn alleen nog maar de externe kosten. Over de vloed aan uren die er intern aan is besteed durf ik helemaal niet na te denken. Overigens, er wordt nog steeds niet gebouwd!
Nu is dit een klein voorbeeld van een redelijk overzichtelijk project. Waar het mij om gaat is de besluitvormingscultuur van de opdrachtgever. Met gemak wordt marktpartijen gevraagd te investeren (“op uw commercieel risico”) en wordt het nemen van besluiten eindeloos uitgesteld. Als dat in mijn dorp al zoveel kost, wat kost dat dan wel niet landelijk gezien over àlle maatschappelijke organisaties?
Maar er dringt zich meteen een andere pregnante vraag op: als nou in dit soort processen dergelijk gedrag ten toon gespreid wordt, zou het dan in de interne besluitvorming van deze organisaties wezenlijk anders gaan?