
Perverse puriteinen en scabreuze escapades
Wij hebben al onze fauteuils in onze woonkamer vervangen door banken. Geconfronteerd met het nieuws van de afgelopen tijd viel ik namelijk regelmatig van mijn stoel. Met een bank loop je dat risico niet: banken zijn breed en betrouwbaar. Je moet alleen niet op het randje gaan zitten.
Een greepje uit dat nieuws: plaatsvervangend ambassadeur (thans prominent en naar het schijnt; talentvol kamerlid) gunt, ondanks interne waarschuwingen, grote opdracht aan levenspartner en ziet geen belemmeringen om als kamerlid verder te functioneren. Falende ziekenhuisbestuurder wordt, ondanks doden en ernstig zieken onder zijn verantwoordelijkheid, weggestuurd met een zak met groot geld en (hoe verzín je het) vervangen door iemand uit de Raad van Toezicht die eerder zelf al elders met de nodige maatschappelijke trammelant vertrok. Top of the bill (letterlijk en figuurlijk): Merkozy die, ter voorkoming van toekomstige ‘Griekse’ infecties, een Europese regering willen (wie waren ook alweer de bronhaard van deze infectie?). En, vanwege een gebrek aan slechte smaak, laten we de scabreuze escapades van die Italiaanse trekpop nog maar buiten beschouwing.
In wat voor land en continent leven we? Wij schijnen als Nederland nog altijd 70 cent van iedere Euro in het buitenland te verdienen. We hebben het dus hard nodig. Daarom moeten we bijdragen aan de redding ervan, ook al is het waarschijnlijk goedkoper om Griekenland gewoon op te kopen en in een reservaat te etaleren. Als we entreegeld vragen voor alle bezoekers en een bescheiden verblijfsvergoeding van alle inwoners hebben we ons geld zó terug. Een oplossing die de Grieken op het lijf is geschreven, ze hoeven immers nu gelegitimeerd niets meer te doen, maar ons ook prima past, want op het kennelijk gangbare rendement kom ik later terug.
De grootste dreun die het van mijn stoel af vallen veroorzaakte was een paar weken geleden. Iemand uit de wereld van het vastgoed stelde serieus voor de beleggers in kantoren tegemoet te komen. De overheid (wij allemaal dus) moesten de overbodige kantoren maar opkopen, ongeveer zoals we ook de banken hebben gered.
Eigenlijk vind ik dat toch wel een mooie gedachte. Als we dat nou eens doen, maar dan wel dezelfde rendementen vragen die de staat heeft gehad bij de reddingsoperaties van ING, ABNAmro en Aegon. Naar het schijnt levert dat ons 17 tot 18 % rente op jaarbasis op.
Dit levert allerlei spannende vergezichten op: waarom redden we niet ook andere branches? We hebben nog een mooie maakindustrie en een halve vliegtuigfabriek die zieltogend is. Onze haven is allang niet meer de grootste van de wereld en zo zijn er waarschijnlijk in drie minuten nog heel veel meer branches te bedenken.
En dat brengt me bij de hoofdvraag: waar zit nu de perversiteit? In het redden van branches met méér dan voldoende eigen verdiencapaciteit? Of het redden van branches en landen die dat niet hebben? En wat vindt u? Moeten we de kantoorbeleggers helpen? Of mogen we hen vragen eens met een schuin oog naar de werkelijke behoeften van de maatschappij te kijken? Naar de noodzaak van goeie zorgbestendige woningen, goede onderwijs- en zorgvoorzieningen, goed bereikbare en multifunctionele overheidsgebouwen? Kortom: goede maatschappelijke infrastructuur. Wat zegt u? Zal er altijd behoefte en noodzaak voor dat soort gebouwen zijn? Ja, lijkt me ook. Een goede belegging derhalve? Lijkt me ook. En daarmee zijn we bij de titel van deze column: kantoorvastgoedbeleggers die de overheid vragen om bij te springen terwijl er zich nog veel meer andere mooie beleggingsopties aandienen zijn geen knip voor de neus waard. Met het Wildersarrest in de hand en Mart Smeets in de oren mag ik dat zeggen.